Middeleeuwse geschiedenis

In de omgeving van het huidige Helmond vloeien een aantal beken samen, waardoor de omgeving in de Merovingische tijd maar deels bewoonbaar was. Het betrof met name de grotere dekzandeilanden tussen de beeklopen, waar bewoning in de Karolingische tijd waarschijnlijk is. Nederzettingen uit deze periode lagen vermoedelijk onder meer op de Heuvel bij het Hoogeind. Daarnaast ontstond er omstreeks het jaar 1000 een nederzetting die meer westelijk gelegen was en die bekendstond als ‘Die Haghe’. Dit was een domein van een grootgrondbezitter die een versterkte hoeve bezat. Hierbij moet al in een vroeg stadium een versterkte burcht zijn gebouwd. Dit was ‘t Oude Huys dat zich bevond ten westen van het latere kasteel. Resten van funderingen en een stenen donjon kwamen in 1981 tevoorschijn bij de sloop van een oude textielfabriek.

Documenten uit 1108 maken gewag van een zekere Hezelo van Helmond. De nederzetting zal een allodium zijn geweest, waaruit de latere heerlijkheid is ontstaan. Helmond wordt in 1179 voor het eerst genoemd in een bulle van Paus Alexander III. Hierin schonk een zekere Stefanus van Helmond een ‘Hof van Helmond’ aan de abdij van Floreffe. Vermoedelijk is hij omstreeks deze tijd vanuit dit hof naar ‘t Oude Huys verhuisd. De naam Helmond zal op dit kasteel zijn overgegaan. In 1220 kocht Hertog Hendrik I van Brabant de toenmalige heerlijkheid Helmond van Willem I van Horne. Hij stichtte in 1225 aan de rand van de Peel de stad Helmond om aldus de invloed van van Gelre terug te dringen. Deze stad werd gebouwd buiten Die Haghe. Toen Hendrik in 1235 stierf werd zijn dochter, Maria van Brabant, de vrouwe van Helmond. Zij woonde vaak in ‘t Oude Huys. Maria stichtte de Abdij van Binderen, ten noorden van Helmond gelegen, in 1244. De stichting van de abdij leidde tot nieuwe ontginningen die ten goede kwamen aan de bloei van de stad. Helmond kreeg stadsrechten omstreeks 1232. Na de dood van Maria in 1260 kwam de stad weer rechtstreeks onder de hertog van Brabant, maar in 1314 werd ze door Hertog Jan II van Brabant in leen gegeven aan Jan I Berthout van Berlaer.